Céramique Botanique

Zarte Blütenblätter aus zartem Porzellan

27 mei t/m 25 september 2016

De schoonheid van de natuur kan overweldigend zijn. Bloemen, bladeren, knoppen en zaaddozen hebben de meest wonderlijke vormen. Niet voor niets inspireren deze al tijdenlang kunstenaars en worden ze door hen vereeuwigd op het doek, papier of zoals in deze expositie, in klei. Expositie “Céramique botanique”- planten en bloemen in klei, in Keramiekcentrum Tiendschuur Tegelen. Nog te zien t/m 25 september 2016.

Bloemstukken in de 17e eeuw, geschilderd in olieverf, bevatten vaak bloemen van alle jaargetijden. De bloemen hebben hier en daar een bruin vlekje of er kruipt een slakje overheen. De seizoenen, het verwelken, de insecten, het verwijst allemaal naar de vergankelijkheid. Naar de ijdelheid der dingen, oftewel vanitas in het Latijn. De maagd Maria wordt bijna altijd afgebeeld met een witte lelie in de buurt. In Japan wordt jaarlijks het kersenbloesemfestival gevierd, men gaat dan eropuit om de ontluikende kersenbomen te bewonderen en viert zo de cyclus van de seizoenen en de terugkeer van de lente.

Behalve symbolisch zijn bloemen geliefd vanwege hun decoratieve karakter. In de periode van Jugendstil, omstreeks 1900, was de natuur bij uitstek inspiratiebron om gebruiksvoorwerpen mee te decoreren. Serviezen zonder bloemen waren jarenlang zeldzaam. Het servies van oma met bloemetjesplaatjes is voor velen een bekend fenomeen.

De kunstenaars die deelnemen aan deze expositie zijn: Susanne Altzweig (D), Elke Eder-Eich (D), Marja Hooft (NL), Françoise Joris (B), Marja Kennis (NL), Maria ten Kortenaar (NL), Anita Manshanden (NL), Nicoline Nieuwenhuis (NL), Ingrid Pasmans (NL), Karin Stegmaier (F), Claire Verkooyen (NL), Judith de Vries (NL) en Martina Zwölfer (A). Zij laten zich ook inspireren door bloemen en planten maar komen met nieuwe en verfrissende interpretaties.

Susanne Altzweig uit Höhr-Grenzhausen (Duitsland) is de enige met handgemaakte en beschilderde serviezen. De frisse en uitbundige kleuren hebben niets met het clichéservies uit oma’s tijd te maken. Een verademing voor wie eens wat anders wil om van te eten.

Maria ten Kortenaar heeft weer een andere methode gevonden om bloemen in haar vazen te verwerken. Het lijkt alsof ze de oude bloemenpers van zolder heeft gehaald en deze mooi plat heeft gemaakt om zo op haar vazen aan te brengen. De techniek die ze hier werkelijk voor gebruikt verschilt niet veel van deze indruk. Ze bouwt bloemen op uit stukjes ingekleurd porselein. Dit rolt ze vervolgens plat en hiermee bouwt ze haar vazen op.

Judith de Vries werkt ook met ingekleurd porselein. Bij haar worden de deeltjes niet allen even vlak gerold, maar zij bouwt haar vormen ermee op alsof het schubben of bloemblaadjes zijn. Haar vormen zijn golvend, weelderig en bovenal organisch.

Elke Eder-Eich lijkt met haar werk te zijn ontsnapt uit de Barok, met veel goud, ornamenten en krullen. Maar ook madeliefjes en donzige grasmatten decoreren haar werk. Zij heeft allerlei technieken ontwikkeld om bloemen, gras en woekerende planten te vormen met klei. Vervolgens assembleert ze de verschillende onderdelen tot de meest wonderlijke gebruiksvoorwerpen en waar bloemen en planten overduidelijk worden ingezet als decoratiemiddel.

Martina Zwölfer uit Oostenrijk maakt serviezen niet mét bloemetjes, maar in de vorm van bloemen. Haar kommen en borden in vele kleuren laten zich op speelse wijze combineren en nodigen de gebruiker uit om heerlijk te tafelen van een modern ‘bloemetjes servies’.

Françoise Joris uit België , gooit het over een heel andere boeg. Haar werk bevat ruimtelijke porseleinen bloemen en fruit. Haar werk is nog fragieler dan de natuurlijke voorbeelden. Met flinterdunne rolletjes porselein bouwt ze een robuuste ananas op of vormt ze een dahlia. Het is onvoorstelbaar dat ze dit in porselein weet te maken; haar werk is adembenemend.

Heb je wel eens van iemand een roos gekregen die je wilde bewaren? Maar waarvan onverbiddelijk de blaadjes afvielen? Het werk van Karin Stegmaier uit Frankrijk lijkt te zijn opgebouwd uit deze broze vergeelde blaadjes. Met klei weet ze de huid, de kleur en het broze karakter prachtig te treffen in ruimtelijke keramische objecten . Haar ‘rozen’ verwijzen duidelijk naar vergankelijkheid en hebben een verstild, poëtische karakter.

Marja Hooft combineert decoreren en ruimtelijk vormen. Haar werk bestaat uit mensfiguren en dieren omringd door bloemenranken en struiken, alsof ze in het paradijs verkeren. Het blauw waarmee ze haar werk decoreert, verwijst naar het beroemde Delfts blauw, waarmee ze ooit haar carrière begon als schilder bij de Porseleinen Fles in Delft. Inmiddels is ze een gevierd kunstenares en is haar werk te vinden in vele collecties van grote musea in het land.

Anita Manshanden daarentegen maakt solide sculpturale vormen die aan bloemen en bloemknoppen doen denken. Haar werk oogt niet fragiel maar lijkt te zijn opgebouwd uit stukken smeedijzer dat in elegante natuurlijke vormen is gebogen en verbonden. De dikke poederachtige lagen kleurpigmenten op haar werk herinneren aan oxiderend metaal of stuifmeel.

Ingrid Pasmans maakt fragiele wandobjecten opgebouwd uit porseleinen blaadjes, een uiterst breekbare bos mistletoe voor aan de wand. Ze speelt met de begrippen 2D en 3D en verweeft haar keramische werk met papieren kopieën van bloemen en planten.

Nicoline Nieuwenhuis werkt juist andersom. Zij heeft ruimtelijke vormen, vazen en kommen gevonden, om met ‘vlakke’ technieken bloemen er op aan te brengen. Ze werk met potlood, litho en linosnedes. Technieken die geen van alle iets te maken hebben met de bloemen op oma’s servies. Deze zijn met hun zwart en potloodlijnen soms wat somber en hebben een sterk poëtisch karakter dat mijlen ver verwijderd is van decoratieve bloemetjespatronen.

Marja Kennis neemt de bloemetjes mee naar binnen. Zij plukt en verzamelt naar hartenlust en maakt er vervolgens mallen van gips van. Met deze mallen vormt ze porseleinen bladeren, bloemen, knoppen en groenten, waarmee ze haar sculpturen opbouwt en grote installaties maakt die doen denken aan wonderlijke natuurhistorische collecties van planten, skeletten en insecten.

Claire Verkoyen tot slot komt misschien met haar bloemen en plantentransfers, zeefdrukken voor op keramiek, het dichtst bij het ouderwetse servies. Soms bewust met een knipoog, met accenten in goud. Maar dan kloppen de vormen niet. Emmers van porselein met bloemen en goud decor. Haar schalen van eierschaal porselein met strakke zwart-wit motieven, woekerende planten en slangen, zijn allerminst toegankelijk of luchtig maar hebben iets verontrustends.

Bij de expositie worden verschillende activiteiten georganiseerd:
4 september – Gemma van Beek, herborist – demonstratie parfum en cosmetica maken van bloemen – 11.30 uur en 14.00 uur
11 september – Ingrid Pasmans demonstratie en toelichting van haar technieken – 14.00 uur
25 september – Judith de Vries toelichting van haar technieken en werk – 14.00 uur