Groeten uit Amsterdam
Succesvolle kunstenaars van de Rietveldacademie
Nieuwe tentoonstelling in Keramiekcentrum Tiendschuur Tegelen. Deze expositie toont recent werk van tien succesvolle kunstenaars die ooit aan de Rietveldacademie studeerden. Niet iedereen koos de richting keramiek. Sommigen studeerden grafische vormgeving of volgden de lerarenopleiding. Tegenwoordig hebben ze allemaal succes met hun keramische werk. Hun stijlen lopen sterk uiteen: van verfijnd uitsnijwerk in porselein tot stoer expressief boetseerwerk en van abstracte, geometrische objecten tot elegante, gekleurde sculpturen. De tentoonstelling loopt van 16 januari tot en met 12 april.
De deelnemende kunstenaars zijn: Jeroen Bechtold, Wouter Dam, Dien Jorien Geertsma, Mieke de Groot, Marja Kennis, Maria ten Kortenaar, Tiny Laarakker, Adriaan Rees, Barbara Röling en Hanneke Verhey.
Het werk van Jeroen Bechtold (1953) toont een maatschappelijke betrokkenheid. Hij vertaalt zijn zorg om het natuurlijke milieu in porseleinen ijsbergen die nooit zullen smelten. Ze zijn helder wit en hard, afgewisseld met zacht glazuur. Spaarvarkens en wankele gouden staketsels verbeelden de financiële waanzin, zwevende vierkante objecten belichamen sporen van de mens.
De sculpturen van Wouter Dam (1957) stralen een vrolijke lichtheid uit. Schoonheid en balans zijn trefwoorden voor de gedraaide vormen die af en toe aan dunne schillen doen denken. De elegantie wordt versterkt door frisse, effen kleuren.
Dien Jorien Geertsma (1950) maakt ruimtelijke stillevens die een spel spelen met vorm en functie. Een vaas is teruggebracht tot niet meer dan haar contouren en is in gesprek met bijvoorbeeld fruit en een geblokte doek.
Hoe anders is het werk van Mieke de Groot (1954): autonome, abstracte, geometrische objecten, die alleen naar zichzelf verwijzen. Kenmerkend voor haar beeldtaal zijn de wisselende patronen van kleine segmenten. De gelaagde, gebogen buizen hebben een stervormige binnenzijde.
Marja Kennis (1965) raakte geboeid door analogieën tussen de dieren- en plantenwereld en kwam op het idee om van planten dieren te maken. Haar porseleinen wandobjecten ‘Veggie trophees’ zien eruit als schedels en fossielen.
Maria ten Kortenaar (1955) was edelsmid voordat ze zich op keramiek toelegde. Die ontwikkeling komt enigszins naar voren in eenvoudige wandfiguurtjes van verguld en verzilverd porselein. Totaal anders zijn haar cilindervormen, gemaakt met de zogenaamde Nerikomi-techniek, met ingelegde en ingekleurde stukjes porselein. Ieder werk is weer anders en vertelt een verhaal dat in de titel besloten ligt.
De objecten van Tiny Laarakker (1945) lijken tactiel en zacht, door de vorm en het glazuur, maar in werkelijkheid zijn ze hard. De geboren Limburgse neemt de natuur meestal als uitgangspunt. In sommige objecten is die ook nog duidelijk te herkennen. De expressie van het beeld staat echter voorop.
Adriaan Rees (1957) maakt de meeste stoere en robuuste beelden. Een witte, gebarsten torso is voorzien van Delftsblauwe heiligenfiguren, een beschilderde porseleinen sculptuur met dennenbomen verbeeldt ‘Screaming in a mountain’. Rees gebruikt uiteenlopende materialen en maakt tevens monumentaal werk voor de openbare ruimte.
Barbara Röling (1970) weet zoetigheid in keramiek te vangen met bonte torentjes. Haar sprookjesachtige en exotische sculpturen zijn zeer regelmatig opgebouwd uit tientallen kleinere elementen. De ‘Tower of power’ torent boven alles uit.
De kommen van Hanneke Verhey (1948) vallen op door hun witheid, transparantie en sierlijke figuren. Vissen en generfde bladeren tekenen zich af in een vloeiende beweging. Verhey gebruikt uitsluitend porselein, zonder toevoeging van kleur en glazuur.
De expositie start officieel op vrijdag 16 januari om 16.00 uur. Piet Augustijn, oud-conservator hedendaagse kunst van het Gorcums Museum, zal de opening inleiden. Hij is hoofdredacteur van KLEI Keramiek Magazine en het glastijdschrift Fjoezzz en auteur van het boek ‘Hedendaagse Keramiek in Nederland’.
De expositie gaat vergezeld van een aantal activiteiten:
Barbara Röling – demonstratie van haar technieken 8 februari, 11.00 – 16.00 uur
Mieke de Groot – lezing over haar werk en technieken, 8 maart, aanvang 14.00 uur
Hanneke Verhey – demonstratie van haar technieken, 22 maart, 13.00 – 17.00 uur
Jeroen Bechtold – lezing over zijn werk, 12 april, aanvang 14.00 uur