Ode aan de Keramische Kunst

“Ode aan de Keramische Kunst”
Expositie rondom collectioneur Petra Verberne in Tiendschuur

18 januari t/m 7 april 2019

Petra Verberne (Helden,1937) begon met verzamelen in 1990. Gedreven vanuit idealisme, bood ze een podium aan een ‘vergeten kunstdiscipline’. Zij wilde een ode brengen aan de keramische kunst en de kunstzinnige aspecten van hedendaagse keramiek onder de aandacht brengen. Haar collectie bevat keramiek uit Nederland en Europa. Ze verzamelde met oog voor actuele ontwikkelingen in de keramiek.

Petra Verberne schonk in 2012 vijftig en in 2018 nog eens ca. 170 stukken aan Keramiekcentrum Tiendschuur Tegelen. Een keuze uit de Collectie Petra Verberne is nu te zien in het keramiekmuseum in Tegelen.

Tijdens haar studie Duits met als afstudeerrichting Duitse literatuur, werd haar passie voor kunst geboren. Al op haar achttiende begon ze met verzamelen van kunst, toen nog met name teken- en schilderkunst. Omstreeks 1990 koos Petra Verberne een andere koers: hedendaagse keramiek werd haar bestemming. Zij vertelt hierover: “Iedereen heeft een voorstelling in zijn hoofd bij het woord pottenbakker, keramist. Wat ik probeer te laten zien, is de vrijheid die keramisten zich verworven hebben in hun handwerk, gedurende de laatste kwart eeuw. Velen zijn doorgegroeid naar het vrije kunstenaarschap. Uitgangspunt daarbij is vaak de pot, schaal of kan, echter vrij vormgegeven, niet meer dienend voor dagelijks gebruik. Kortom voorwerpen, die staan op zichzelf, aangenaam zijn om naar te kijken. Deze objecten opsporen en verzamelen is mijn streven.” (interview met Yna van der Meulen in Keramisch magazine Klei, juli 2008).

Toen Petra Verberne eenmaal gekozen had voor het verzamelen van keramiek werkte ze vanuit de basis van de kunstgeschiedenis. Volgens haar zijn gebruiksvoorwerpen gemaakt van keramiek zo oud als de mensheid zelf. Deze voorwerpen geven informatie over rituelen en gebruiken van volkeren. Een deel van haar collectie omvat deze ‘oer-keramiek’ voorraad potten en watervaten zoals deze bijvoorbeeld nog altijd in Afrika worden gemaakt.

Vanuit deze allereerste keramische vormen ontwikkelden de ambachtelijke pottenbakkers in Europa steeds verfijnder en beter functionerend gebruiksgoed. Totdat de industriële productie het werk van hen overnam. Daarop ontwikkelden de ambachtslieden zich tot ontwerpers en een ander deel tot vrij kunstenaars. Deze laatste groep ging bewust handmatig unieke objecten uit klei vormen. Soms nog wel gebruiksgoed, maar steeds vaker puur autonome kunstwerken. Deze ontwikkeling is grofweg sinds 1950 aan de gang. De makers noemen zich geen pottenbakkers, maar keramisten.

Een ander deel van de keramische ‘oervormen’ waarmee Petra haar keramische verzameling begint bestaat uit kannen. Volgens haar is een kannetje het visitekaartje van een keramist. Hij laat zien dat hij kan draaien, een tuit en een handgreep kan maken, decoreren en stoken, kortom dat hij het vak beheerst. Een ander onderdeel in haar collectie zijn ‘doosjes’ ook deze onderstrepen met perfect passende deksels de ambachtelijke ‘skills’ van de maker.

Vanuit de gebruiksvormen werd haar nieuwsgierigheid naar ander groter werk geboren. Ze reisde heel Europa door om talloze keramiekexposities te bezoeken. Goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en met de neus van een connaisseur kocht ze het meest representatieve stuk van een keramist. Zo bouwde ze haar imposante collectie op: een internationale verzameling van vrije, keramische objecten, met een grote onderlinge verscheidenheid.

Van een paar keramisten kocht ze meerdere werken en ontpopte zij zich als een heuse mecenas. Onder haar favorieten bevinden zich onder meer Claude Champy, Siegfried Gorinskat en Yeung Yuk Kan. Daarnaast hebben Jos Vulto en Jit en Nicoline Nieuwenhuis en nog vele anderen een speciaal plekje en een bijzonder verhaal in haar verzameling.

Petra Verberne is al jaren een graag geziene gast in de Tiendschuur. Regelmatig kocht zij werk aan uit de exposities. Hiermee is de unieke situatie ontstaan dat haar collectie een deel van de expositiegeschiedenis van het museum weerspiegelt. In 2005 waren de hoogtepunten uit haar collectie in het museum te zien.

Na bijna 30 jaar verzamelen ging Petra uitkijken naar een goede plek om haar collectie onder te brengen. De kansen om haar volledige collectie als schenking te ontvangen voor de Tiendschuur waren groot. Helaas ging dit niet door vanwege ruimtegebrek en het gebrek aan financiering om het museum op een ruimere locatie te huisvesten. Daarop schonk zij een deel aan het Grassi Museum in Leipzig en een deel aan het Boymans van Beuningen in Rotterdam. Gelukkig was de Tiendschuur nog niet helemaal uit beeld. In 2012 en in 2018 schonk zij het museum in totaal 221 stukken.

Haar missie is volbracht, maar nog niet beëindigd. Zo lang ze nog exposities kan bezoeken koopt ze nog af en toe werk….

Een keuze uit haar schenkingen aan de Tiendschuur is te zien van 18 januari tot en met 7 april.

De opening van de expositie is vrijdag 18 januari om 16.00 uur en zal worden ingeleid door conservator Sacha Odenhoven.

Op onderstaande data is Petra Verberne persoonlijk aanwezig en zal zij de bezoekers vertellen over haar verzameling, telkens van 14.00 tot 16.00 uur:

zaterdag 9 februari;
zondag 10 maart;
zondag 7 april.